Viva Venezuela
Jaco Klamer bezoekt Venezuela:
Ik kijk toe met tranen in mijn ogen
Viva Venezuelaaaa!! Ik krijg een steen tegen m’n arm als ik mijn logeeradres in Caracas verlaat. Deze Venezolaanse hoofdstad staat bekend om de criminaliteit en is al maanden strijdtoneel van het Venezolaanse leger en betogers tegen het bewind van president Maduro. Viva Venezuelaa, klinkt het uit vele monden. Ik duik achter een deur om aan de stenenregen te ontkomen. Jonge jongens hebben zich verschanst achter zelfgefabriceerde schilden en spelen de felle strijd na die hier de afgelopen dagen plaatsvond. Dit zijn de toekomstige strijders voor de vrijheid van Venezuela, roept een vrouw vanaf de hoge flat. Viva Venezuela, Venezuela libre!
Niet wrijven
Tijdens de staking sta ik op de galerij van een Venezolaanse flat, vlakbij de kazernes van de militairen, ingeklemd tussen demonstranten. Tordy draagt een gasmasker en handschoenen, want hij moet, tijdens de gevechten met het leger van Maduro, traangasgranaten van de militairen zo snel mogelijk oppakken en teruggooien. Octavio is verkoper, en vader van twee kinderen, een derde op komst. Ook hij gaat het gevecht aan tegen het regime van Maduro. Wij vechten door tot Venezuela weer vrij is, zegt hij vastbesloten. Viva Venezuela, Venezuela libre!
De demonstranten smeken de president al maanden af te treden omdat het hele land lijdt onder zijn bewind. Onophoudelijk klinkt geknal. Jongeren barricadeerden de straat om het openbare leven lam te leggen, want de oppositie riep op tot een staking. Het leger rukte massaal uit om orde te herstellen en probeert met man en macht de barricades te verwijderen. Maar de demonstranten trakteren de soldaten van Maduro met stenen en molotovcocktails, en beletten zo dat ‘Maduro’ het straatje weer schoonveegt. Soldaten verschansen zich, beschieten de stakers van tijd tot tijd met rubberen kogels en traangas. Ik word ook geraakt en kijk toe met traangas-tranen in mijn ogen. Niet wrijven…niet wrijven…
Pillen en poeders
In maart was ik nog in Venezuela, en het land liet me niet los. Het beeld van Venezolanen die vuilniszakken afstropen op zoek naar iets eetbaars. Het verhaal van Dilmar en Misael die met hun zieke zoontje Luciano in het ziekenhuis belandden waar geen medicijn meer te krijgen is. Ze moeten hun zoontje missen net als 11.000 andere Venezolaanse ouderparen die hun kind in 2016 kwijtraakten door een groot gebrek aan medische zorg. Het verhaal van moeder Joanna Navas, die eind 2016 haar man verloor bij een razzia en moet zien te overleven in een wijk van Caracas waar criminele bendes de dienst uitmaken, en geweld en angst elke dag toenemen.
Ik mag Venezolaanse kerken bemoedigen en, namens Drenthe Mission/Verre Naasten geld overhandigen om de crisis draaglijker te maken. Het geld moet in contanten mee.
Een Venezolaanse arts appt me aan welke medicijnen dringend behoefte is, een Nederlandse apotheker bestelt meteen ruimhartig van deze lijst waarop ik alleen antibiotica herken. De apotheker sorteert ook een weekend lang stapels pillen. Ik mag de medicijnen ophalen, de rekening ontbreekt.
Een Nederlandse Venezolaanse levert dozen vol pillen, poeders, drankjes en verbandmiddelen voor haar lijdende landgenoten, en na een oproep in mijn kerkelijke gemeente stromen nog meer goede gaven binnen: blikjes vis, koffie, en giften voor vervoer van medicijnen. Ik koop twee koffers bij de kringloopwinkel en vul drie koffers tot de nok toe met medicijnen en etenswaren: zeventig kilo! Ook mijn handbagage wordt opgevuld met per post geleverde pillen en blikken. Zonder problemen passeer ik de douane.
Duizend dollar dokken
Dat is wel even anders op de luchthaven van Caracas. Een douanier wijst me onverbiddelijk naar een groepje opgewekte ambtenaren. Ze nemen m’n paspoort in beslag, wijzen naar mijn koffers en schudden hun hoofd. Ze moeten geld zien: duizend dollar, anders nemen ze mijn medicijnen in beslag. De douaniers kunnen niet garanderen dat de medicijnen dan alsnog de zieke Venezolanen bereiken. Ik neem rustig de tijd en onderhandel over het bedrag, want het staat vast dat die medicijnen moeten worden afgeleverd. Ook de gepensioneerde legerkapitein, die me komt ophalen, kan niets uitrichten tegen deze praktijken.
Brommers starten
In Maracay bezoek ik op zondagmorgen de kerkdienst van de Iglesia Reformada de Venezuela, die geleid wordt dominee Carlos Bello. De diaken, een bewaker, schuift mijn cameratas onder het preekgestoelte zodat die minder voor het grijpen staat mocht de kerk worden bezocht door criminelen. Hij toont mij de gaatjes in zijn riem, die zeer strak kan worden aangetrokken: 40 kilo raakte hij het afgelopen halfjaar kwijt door gebrek aan eten. Alle kerkleden hebben het zwaar door de crisis, toch klinkt het uit alle monden: ‘Groot is Uw trouw o Heer, Grande es tu fidelidad’.
De kerkelijke gemeenten van Barquisimeto, Maracay en Valencia maken plannen over de besteding van de Nederlandse gift. Eén gemeente wil een voedselproject starten voor de bewoners van een sloppenwijk. Een andere kerk gaat ervoor zorgen dat evangelisten hun brommers weer kunnen starten om het evangelie te brengen in omliggende dorpen, dat was door de crisis onbetaalbaar geworden. Dominee Hipolito Cordeko legt uit: “Venezolanen hebben letterlijk honger, maar ze hunkeren ook naar eerlijkheid, liefde en troost.”
Antibioticakuren
Mijn koffers met medicijnen lever ik af bij verschillende artsen en verpleegkundigen. Een arts vertelt me dat ze, met de medicijnen die ik in maart meenam, onlangs nog indianen hielp die geen mogelijkheid hadden zelf medicijnen te krijgen of te bekostigen. Ze is zeer blij met speciale wondpleisters, waarmee ze direct een jongen kan verbinden die beschoten is door criminelen: de kogel ging dwars door z’n lichaam. Diep dankbaar is ze ook voor de vijftig antibioticakuren: een wonder van God. Deze kuren zijn in Venezuela nauwelijks te krijgen, en kosten, per stuk, minstens een maandsalaris.
Dan kondigt de oppositie een staking af van 48 uur. Venezolanen weten dat dan het hele leven platligt en het geweld losbreekt. Massaal verlaten ze hun huizen om eten en drinken in te slaan voor de komende, onzekere dagen. Het neemt úren in beslag. Bij banken staan lange, lange rijen. Iedereen probeert contanten te pakken te krijgen, en iedereen trekt het maximum bedrag van 50.000 bolivar: waarde 7,5 dollar.
Dappere demonstrant
Mijn gastvrouw ziet de toekomst somber in, en wil de stad zo snel mogelijk verlaten. Bij vorige stakingen werden wegen om zes uur ’s morgen gebarricadeerd, nu gaan geruchten dat Caracas vanaf twaalf uur ’s nachts onbegaanbaar zal zijn. Bovendien organiseert de oppositie een protestmars naar het palacio de Miraflores van president Maduro die, op zijn beurt, wil gloriëren bij de verkiezingen voor de constitutionele raad die het officieel gekozen parlement buiten spel zet. Hij verbiedt de stakingen en vraagt Venezolanen te stemmen in ruil voor een gesubsidieerd, Mexicaans voedselpakket. Velen bedanken voor die eer.
Ik word zestien uur te vroeg afgeleverd op het vliegveld, dat volstroomt met mensen die Venezuela willen ontvluchten. Ik tel mijn zegeningen: er is een stopcontact om mijn lege telefoon op te laden en ik beschik, zeer onregelmatig, over wifi, waarmee ik overigens niet het Venezolaanse nieuws kan volgen. Twee dollar heb ik nog op zak, genoeg voor koffie, en ik kan liggen onder de warme deken van de tropische hitte.
Ik dommel wat en kijk terug op bijzondere ontmoetingen. De crisis maakt Venezolanen buitensporig wreed of onwaarschijnlijk dapper. Ik denk aan de heldhaftige demonstrant die, voor mijn neus, hardhandig werd opgepakt door militairen en werd afgevoerd op een motor, ingeklemd tussen twee van hen. Hij stond op en juichte, staand op de motor: Viva Venezuela, Venezuela libre! Terwijl hij dat brulde, kantelde het voertuig en nam ook militairen mee in zijn val. Die waren razend en botvierden al hun agressie op hun onwillige arrestant. Ik wens hem en alle Venezolanen vrede.
Zie ook: Venezolanen vechten voor vrijheid en Failliet Venezuela
Luister ook naar dit interview: Jaco Klamer over Venezuela
Geplaatst in: Privé